Een piccata is een klassieke Italiaanse citroensaus met kappertjes, heel eenvoudig te maken en altijd lekker. Ik combineer de saus vandaag met een stukje kipfilet, maar ook kalfsvlees of zelfs vis is er lekker bij.

Meer dan een groene salade en misschien wat pasta of aardappels heb je niet nodig voor een smaakvolle maaltijd, die je zo op tafel zet.

Wat heb je nodig voor Piccata di pollo?
(voor twee personen)

ongeveer 350 gram kipfilet, in reepjes of plakjes gesneden
2 eetlepels olijfolie
1 eetlepel bloem
1 klein glaasje witte wijn
sap en zeste van ½ citroen
200 ml kippenbouillon (kant en klaar of zelf getrokken)
2 eetlepels kleine kappertjes
peper en zout
2 eetlepels grof gehakte peterselie

Bereidingswijze van Piccata di pollo

Kruid de kipstukjes met peper en zout en haal ze even door de bloem.

Verhit de olijfolie in een antiaanbakpan en bak de kip op middelhoog vuur aan beide kanten goudbruin. Haal de kip even uit de pan en blus de aanbaksels af met de witte wijn. Schenk de bouillon en het citroensap erbij en voeg ook de citroenzeste en kappers toe.
Laat de saus aan de kook komen en leg de stukjes kip weer in de saus. Laat de kip nog een minuutje of 5-10 pruttelen, totdat de kip door en door gaar en zacht is. Kookt de saus te veel in voeg dan nog wat extra bouillon of water toe. Proef of de saus goed op smaak is en kruid eventueel nog bij met wat zout en peper.

Bestrooi de kip en saus net voor het serveren met de peterselie.